Bussen is een drankspel met zes rondes. Het is een lang spel met veel variatie.

Benodigdheden: Twee, maar waar mogelijk liefst meer, spelers. Ook geschikt voor middelgrote groepen. Pak kaarten. Bier.

Spelregels: Voor het spel begint wordt er een van de spelers als dealer aangewezen om de rondes goed te laten verlopen. De dealer speelt gewoon mee. Voor de dealer is het zaak om ervoor te zorgen dat niemand de kaarten ziet voordat hij of zij de kaarten krijgt. Als er een dealer is aangewezen kan het spel beginnen.

Ronde 1: Iedere speler om de beurt moeten raden welke kleur kaart hij of zij van de dealer krijgt (rood of zwart), heeft de speler het fout, dan moet er gedronken worden. Je houdt de kaart die je gekregen hebt bij je.

Ronde 2: Alle spelers krijgen nog een kaart van de dealer en moeten zij raden of het getal hoger of lager is dan de kaart die ze al hebben. Is de kaart even hoog als de bovenste kaart van de speler heb je het altijd fout. Heb je het antwoord fout, dan moet je drinken. De kaarten die je krijgt leg je naast de eerder gekregen kaart.

Ronde 3: Na ronde 2 heb je twee kaarten naast elkaar liggen en moeten je raden of de volgende kaart tussen de twee getallen (van de twee kaarten die je al hebt) komt of erbuiten. Als je bijvoorbeeld een harten 4 en een klaver 10 hebt, dan zijn de kaarten die er buiten vallen zijn 2, 3 , boer, koningin, koning en Aas. Is de kaart hetzelfde als 4 of 10 heb je het altijd fout. Als je het fout hebt moet je nog een slok nemen van je drank.

Ronde 4: Er moet geraden worden welke soort de volgende kaart is. Per speler raad je schoppen, harten, klaver of ruit. Fout!? Drinken.

Ronde 5: De Piramide

Bij de piramide zal de dealer de kaarten zo op tafel leggen dat het een piramide vorm krijgt.
De piramide wordt zo neergelegd dat je 5 kaarten onder hebt, daarboven 4, daarboven 3, 2 en tenslotte de punt van de piramide is 1 kaart. (de kaarten van de piramide worden ondersteboven op tafel gelegd).
Bij de piramide gelden de verdiepingen voor de hoeveel keer de speler moet drinken.
Dus verdieping 1 is onderaan en bestaat uit 5 kaarten en zo ga je steeds een verdieping omhoog. De kaarten van de piramide worden om de beurt omgedraaid door de dealer (van onder naar boven). Nu is het de bedoeling dat de spelers de kaarten die ze gekregen hebben gaan gebruiken, om een van hun tegenstanders te laten drinken.
Als je een kaart hebt die op de eerste verdieping is, leg je je kaart op dezelfde kaart en mag je kiezen wie er een slok van zijn drank moet nemen (je mag je eigen kaart alleen op die andere kaart leggen als de kaart net open is gedraaid, op het moment dat er al een andere kaart geopend is ben je te laat). Zo worden alle vijf kaarten van de eerste verdieping om de beurt omgedraaid. De tweede verdieping gaat net zo. Alleen wanneer er eenzelfde kaart op de opengelegde kaart wordt gelegd, moeten er twee slokken worden genomen (tweede verdieping x 1 kaart). Zijn er twee kaarten op de opengelegde kaart gelegd, dat worden er vier slokken genomen (tweede verdieping x 2 kaarten = 4 slokken).
Zijn de kaarten door bijvoorbeeld twee spelers neergelegd, dan mag ieder zeggen wie van de andere spelers 2 slokken moet nemen. De som is dus eigenlijk verdieping x aantal kaarten die op de opengelegde kaart worden neergelegd per speler. Zo werk je iedere verdieping af.
Degene die de meeste kaarten over heeft, dus de minste kaarten weg heeft kunnen leggen, moet naar ronde 6.

Ronde 6: De Bus.

De dealer legt 4 kaarten, van links naar rechts, naast elkaar open op tafel. Een vijfde kaart ligt gesloten. De verliezer moet gaan raden of de volgende kaart (die boven op de eerste kaart gelegd wordt), hoger of lager is dan de eerste kaart. De dealer legt de nieuwe kaart op de eerste kaart nadat de speler gegokt heeft. Heeft de speler het goed, dan gaat hij naar de tweede kaart. Heeft hij het fout, dan moet hij een slok nemen en moet er opnieuw een kaart bij de eerste open kaart worden gelegd. Weer moet de verliezer zeggen of deze hoger of lager zal zijn. Heeft hij het goed, dan wordt er een kaart bij de tweede gelegd (er moet natuurlijk eerst gezegd worden of de volgende kaart hoger of lager is). Heeft hij het fout dan moet je weer terug naar de eerste kaart en twee slokken nemen. Goed ga je verder naar de derde kaart. Heb je dus de vierde kaart fout, dan begin je weer van voor af aan. Omdat de laatste kaart dicht ligt, is dat een extra moeilijkheid om goed te raden.